Huidkanker komt in Nederland steeds vaker voor. Ongeveer 35.000–40.000 Nederlanders worden er jaarlijks mee geconfronteerd. Het is de meest voorkomende vorm van kanker. De meest voorkomende typen huidkanker zijn het basaalcelcarcinoom, het plaveiselcelcarcinoom en het melanoom (samen 99%). Er is een actieve werkgroep huidtumoren in het AVL. Ook het Merkelcel carcinoom wordt in het AVL behandeld (centrum voor neuro-endocriene tumoren).
Oorzaak
In veel gevallen ontstaat huidkanker door overmatige blootstelling aan ultraviolette straling. Deze straling komt voor in zonlicht en zonnebank. Niet ieder mens reageert in dezelfde mate op blootstelling aan ultraviolet licht. Hoe de huid reageert, hangt af van het huidtype. Bij het blanke ras onderscheidt men vier verschillende huidtypen:
- Huidtype I: verbrandt altijd, wordt nooit bruin
- Huidtype II: verbrandt meestal, wordt een beetje bruin
- Huidtype III: verbrandt zelden, wordt goed bruin
- Huidtype IV: verbrandt nooit, wordt diepbruin
Huidtypen I en II lopen de hoogste risico’s op zonnebrand. Ook wordt aangenomen dat deze mensen bij een overmatige blootstelling aan zonlicht de grootste risico’s lopen op het ontwikkelen van huidkanker. Voorzichtigheid en een goede bescherming tegen de zon zijn dan ook van belang. Ook andere aspecten spelen een rol bij het krijgen van huidtumoren zoals genetische aanleg, virussen (Merkel cel) en verminderde afweer (bvb orgaan transplantatie)
Typen huidkanker
Huidkanker ontstaat vrijwel altijd in de buitenste laag van de huid, de opperhuid. De twee vormen van huidkanker die ontstaan uit de cellen van de opperhuid zelf, zijn:
Een derde vorm van huidkanker ontstaat uit de pigmentcellen in de opperhuid:
De twee vormen basaalcelcarcinoom en plaveiselcelcarcinoom komen veruit het meeste voor. Ze ontstaan voornamelijk op oudere leeftijd op plaatsen waar zonlicht het best kan komen, zoals het gezicht. Bij blanke mensen die lang in de tropen hebben gewoond of een buitenberoep gehad hebben, komen basaalcelcarcinomen en plaveiselcelcarcinomen vaker voor.
Stagering
Stadium
Naast het vaststellen van het type huidkanker is het stadium van belang. Onder het stadium verstaan we de uitgebreidheid van de ziekte. Het stadium wordt vastgesteld aan de hand van de grootte en de plaats van de tumor, de mate van doorgroei in de omringende weefsels en de aanwezigheid van uitzaaiingen in de lymfeklieren en/of elders in het lichaam.
TNM classificatie Plaveiselcel Carcinoom
- T1 <2 cm
- T2 >2 cm <=4 cm
- T3 > 4 cm of invasie zenuw, bot (oppervlakkig), Invasie > 6 mm
- T4a diepe bot invasie
- T4b Schedelbasis, wervel lichaam invasie, zenuw invasie in schedelbasis
- N0 geen halskliermetastasen
- N1 enkele meta in hals <3 cm
N2a enkele meta in hals 3-6 cm, geen kapseldoorbraak - N2b multipele ipsilateral metastasen < 6 cm zonder kapseldoorbraak
N2c bilaeale of contralateale metastasen < 6 cm zonder kapseldoorbraak - N3a >6 cm zonder kapseldoorbraak
- N3B: klinische kapseldoorbraak
- Stage I: T1N0
- Stage II: T2N0
- Stage III: T3N0, T1-3N1
- Stage IVa: T1-3N2-3, T4
- Stage IVb: M1
TNM Classificatie melanomen
- pTX :shave biopsies and regressed melanomas.
- pT1 Tumour 1 mm or less in thickness
- pT1a 0.8 mm or less in thickness without ulceration
- pT1b 0.8 mm in thickness with ulceration or more than 0.8 mm but no more than 1mm in thickness, with or without ulceration
- pT2 Tumour more than 1 mm but not more than 2 mm in thickness
- pT2a without ulceration
- pT2b with ulceration
- pT3 Tumour more than 2 mm but not more than 4 mm in thickness
- pT3a without ulceration
- pT3b with ulceration
- pT4 Tumour more than 4 mm in thickness
- pT4a without ulceration
- pT4b with ulceration
- N0 No regional lymph node metastasis
- N1 Metastasis in one regional lymph node or intralymphatic regional metastasis without nodal metastases
- N1a Only microscopic metastasis (clinically occult)
- N1b clinically apparent metastasis
- N1c Satellite or in transit metastasis without regional nodal metastasis
- N2 Metastasis in two or three regional lymph nodes or intralymphatic regional metastasis with lymph node metastases
- N2a Only microscopic nodal metastasis
- N2b Macroscopic nodal metastasis
- N2c Satellite or in transit metastasis with only one regional nodal metastasis
- N3 Metastasis in four or more regional lymph nodes, or matted metastatic regional lymph nodes, or satellite(s) or in transit metastasis with metastasis in two or more regional lymph node(s)
- N3a Only microscopic nodal metastasis
- N3b Macroscopic nodal metastasis
- N3c Satellite(s) or in transit metastasis with two or more regional nodal metastasis
- M0 No distant metastasis
- M1 Distant metastasis*
- M1a Skin, subcutaneous tissue or lymph node(s) beyond the regional lymph nodes
- M1b Lung
- M1c Other non central nervous system sites
- M1d Central nervous system
- Stage 0: pTis N0 M0
- Stage IA: pT1a N0 M0
- Stage IB: pT1b N0 M0, pT2a N0 M0
- Stage IIA: pT2b N0 M0, pT3a N0 M0
- Stage IIB: pT3b N0 M0, pT4a N0 M0
- Stage IIC: pT4b N0 M0
- Stage III: Any pT N1, N2, N3 M0
- Stage IV: Any pT Any N M1
Uitzaaiingen
Als kankercellen los raken, kunnen ze zich via het lymfevocht en via het bloed verspreiden. Ze komen dan op een andere plaats in het lichaam terecht. Bij verspreiding van kankercellen via de lymfe kunnen uitzaaiingen ontstaan in de lymfeklieren. Afhankelijk van het type en de plaats op het lichaam kan huidkanker uitzaaien naar verschillende kliergebieden. Huidtumoren in het hoofd-halsgebied zaaien echter meestal uit naar de lymfeklieren in de hals, nek en speeekselklier (parotis) en rondom het sleutelbeen.
Bij verspreiding van cellen van de huidtumor via het bloed kunnen er onder andere uitzaaiingen ontstaan in de botten, de lever, de longen of de hersenen.
Behandeling
Nadat is geconstateerd dat het om kanker gaat, spreekt de arts met u de behandelmogelijkheden door. In eerste instantie zijn behandelingen tegen kanker bedoeld om te genezen (curatieve behandelingen).
Het behandelplan wordt meestal opgesteld door specialisten van verschillende achtergronden, dit heet een multidisciplinair team. In het AVL bestaan deze overleggen speciaal voor patiënten bij wie Mohs’ chirurgie wordt overwogen en voor patiënten met melanomen en Merkel cell carcinomen. Zij maken hierbij gebruik van gezamenlijk vastgestelde landelijke (en vaak internationale) richtlijnen. De artsen stellen een bepaalde behandeling voor op basis van:
- het type kanker
- de grootte, plaats en groeiwijze van de tumor
- de mate van doorgroei in de omringende weefsels en de eventuele aanwezigheid van uitzaaiingen
- de algemene lichamelijke conditie van de patiënt
De meest toegepaste behandelingen bij huidkanker zijn:
- operatie (chirurgie). Er zijn twee soorten chirurgie mogelijk: conventionele excisie en Mohs’ micrografische chirurgie (soms is ook een reconstructie, na de excisie, nodig).
- bevriezing (cryochirurgie)
- bestraling (radiotherapie)
- laser (fotodynamische therapie)
- een combinatie van deze behandelmethoden
- Immunotherapie
- Vismodegib
- soms is behandeling van de halsklieren nodig (sentinel node/schildwachtklier of halsklierdissectie en parotidectomie).