Radiotherapie (bestraling)

Hoofd-halskanker kan op verschillende manieren behandeld worden. Er kan gekozen worden voor een chirurgische ingreep, voor chemotherapie, hormoontherapie of voor radiotherapie. Behandelingen kunnen ook gecombineerd of tegelijkertijd aangeboden worden. Deze behandelwijze informeert u over de uitwendige radiotherapie.

Wat is radiotherapie?

Radiotherapie betekent een behandeling met straling. Bij een uitwendige bestraling wordt gebruik gemaakt van een zeer krachtige röntgenstraling. Deze wordt opgewekt in het bestralingstoestel, de lineaire versneller. De straling dringt via de huid diep in het lichaam door.
De straling komt uit de kop van het bestralingstoestel. Hierin bevinden zich afschermingslamellen die in elke positie kunnen worden geschoven, zodanig dat het juiste bestralingsgebied gevormd wordt. Omgevende, gezonde weefsels worden op deze manier zoveel mogelijk afgeschermd.

Hoe werkt radiotherapie?

Het uitgangspunt van de radiotherapie is dat het erfelijk materiaal in de kankercel, het DNA, door de bestraling beschadigd wordt. Gezonde cellen worden ook beschadigd, maar hebben een beter vermogen om zich van deze schade te herstellen. Kankercellen kunnen van deze beschadiging in het DNA niet goed herstellen. Ze verliezen het vermogen zich te delen en sterven af.

Uw behandelaar

U wordt behandeld door een radiotherapeut-oncoloog of een physician assistant. Het is mogelijk dat deze nog in opleiding is. In onze informatie wordt altijd gesproken van behandelaar. Een radiotherapeut-oncoloog is een medisch specialist die patiënten met kanker behandelt met straling. Een physician assistant heeft een masteropleiding afgerond na een medische HBO-studie. Een physician assistant ziet zelfstandig patiënten in nauw overleg met een radiotherapeut-oncoloog.
De bestralingen worden uitgevoerd door radiotherapeutisch laboranten.

Radiotherapie bij hoofd-halskanker

Onder hoofd-halskanker worden alle vormen van kanker bedoeld die uitgaan van de vele verschillende weefsels in

het hoofd-halsgebied. Veel voorkomend zijn kanker van de tong, de tongbasis, het verhemelte, het strottenhoofd en de stembanden. Afhankelijk van de tumor, de locatie, de grootte en de uitgebreidheid, wordt in overleg met verschillende specialisten besproken welke behandeling het beste ingezet kan worden. Vaak zal dit een operatie en/of een behandeling met bestraling zijn.

Bestralingen kunnen ook gecombineerd worden met chemotherapie of immunotherapie. We noemen dit chemo- of bioradiatie. Hiervoor worden de middelen Cisplatin of Cetuximab gebruikt.

Cisplatin (chemotherapie)

Cisplatin is een medicijn dat cellen doodt of de celdeling remt. Ook maakt het de kankercellen gevoeliger voor bestraling, wat leidt tot een versterkt effect van de bestraling.

Schema van 35 bestralingen en 3 giften met Cisplatin

Bij deze behandeling wordt u 35 keer bestraald. U krijgt elke werkdag een bestraling. De behandeling duurt 7 weken. In week 1, 4 en 7 wordt het middel Cisplatin toegediend. Dit gebeurt via een infuus. In het infuus wordt ook extra vocht toegediend en medicatie tegen misselijkheid.
Voor de behandeling wordt u tijdelijk opgenomen. U wordt meestal op een zondagavond op de afdeling verwacht. De dag erna, op maandag, krijgt u de Cisplatin. U blijft in het ziekenhuis tot woensdag. Als alle controles goed zijn, mag u in de middag naar huis.
Elke donderdag wordt er op de poli bloed afgenomen, dezelfde dag heeft u een afspraak bij een verpleegkundig specialist van de interne geneeskunde om de bloedwaarden met u door te spreken en te bespreken hoe het met u gaat.

Cetuximab (immunotherapie)

Cetuximab is een medicijn dat de afweerreactie tegen kankercellen stimuleert. Ook maakt het de kankercellen gevoeliger voor bestraling, wat leidt tot een versterkt effect van de bestraling.

Schema van 35 bestralingen volgens het Dahanca-schema en 7 giften Cetuximab

De hele behandeling duurt 7 weken, waarvan 6 weken radiotherapie. Eén week voor start van de radiotherapie krijgt u de eerste toediening Cetuximab. Vervolgens krijgt u nog één keer per week Cetuximab. De toediening van Cetuximab gebeurt op de dagbehandeling van ons ziekenhuis. Het wordt via een infuus in een bloedvat in uw arm toegediend. U bent ongeveer anderhalf uur op de dagbehandeling.
Elke donderdag wordt er op de poli bloed afgenomen, dezelfde dag heeft u een afspraak bij een verpleegkundig specialist van de interne geneeskunde om de bloedwaarden met u door te spreken en te bespreken hoe het met u gaat.
In de eerste week van de radiotherapie krijgt u elke werkdag één bestraling (5 bestralingen per week). Vanaf de tweede week krijgt u op één dag twee bestralingen met minimaal 6 uur er tussen (6 bestralingen per week).

Bestraling na een operatie

Als er na een operatie het vermoeden bestaat dat er nog tumorcellen achtergebleven zijn dan wordt u na de operatie aanvullend bestraald. Uw behandelaar zal dit toelichten.

Bestraling om uw klachten te verlichten

Als de kanker is doorgegroeid en/of uitgezaaid naar andere delen van het lichaam, dan wordt een behandeling hier op aangepast. Geeft de hoofd-halskanker pijnklachten, bloedingen, zwellingen, of dreigt het de luchtwegen af te sluiten, dan kan een bestralingsbehandeling deze klachten verlichten. De tumor wordt door de behandeling kleiner en in zijn groei geremd, maar werkt niet genezend. Dit wordt een palliatieve behandeling genoemd. Uw behandelaar geeft u uitleg over de mogelijkheden en de verwachting van deze behandeling.

Voor de behandeling van start gaat

Uw eerste afspraak in het Antoni van Leeuwenhoek

Als ziekenhuis zijn wij verplicht uw identiteit vast te stellen en uw Burger Service Nummer en verzekeringsgegevens te registreren. Wanneer het uw eerste bezoek is aan het Antoni van Leeuwenhoek of als u uw identiteits- en/ of verzekeringsgegevens nog niet hebt laten registreren, wordt u een kwartier voor uw afspraak verwacht bij de receptie van de afdeling radiotherapie voor inschrijving. U dient hiervoor een geldig paspoort, identiteitsbewijs of rijbewijs mee te nemen.
Bij de receptiebalie krijgt u een sticker met uw barcode. Met deze barcode kunt u zich aanmelden voor uw toekomstige afspraken.

Op tijd komen

Vanzelfsprekend doet u uw best om op tijd op uw afspraken te zijn. Mocht u vertraagd zijn, wilt u dit dan doorgeven? U kunt hiervoor het algemene telefoonnummer van het ziekenhuis, 020-5129111, bellen. Wilt u vermelden dat het om afspraken bij de afdeling radiotherapie gaat? Aan de radiotherapeutisch laboranten bij uw bestralingstoestel wordt doorgegeven dat u verlaat bent. Uw afspraak gaat altijd door.

Bestralingstijden

In sommige gevallen is het mogelijk om aan te geven welke periode van de dag uw voorkeur heeft voor uw bestraling. Dit kunt u aangeven bij uw behandelaar, bij het voorlichtingsgesprek of bij de receptiebalie van de afdeling radiotherapie. Indien u in de periode van uw bestraling ook chemo- of immunotherapie krijgt, dan worden uw afspraken afgestemd met andere afdelingen. Het is dan niet mogelijk om voorkeurstijden aan te geven. Voor wijzigingen of vragen over uw afspraken kunt u terecht bij de medewerkers van het Servicebureau. Zij zijn telefonisch te bereiken via het algemene telefoonnummer van het ziekenhuis, 020 512 9111.

Voorlichtingsgesprek

Om u zo goed mogelijk op de bestraling voor te bereiden, krijgt u voorafgaand aan de behandeling ook een gesprek met een voorlichtingsmedewerker. Tijdens dit gesprek komen vooral praktische zaken over uw behandeling aan bod. Er is veel ruimte voor het stellen van vragen.

Tandarts

Tijdens een bestraling in het hoofd-halsgebied is de kans groot dat speekselklieren, tanden, kiezen en/of kaken in het bestralingsveld liggen.
Om een indruk van de gesteldheid van uw kaken en gebit (zowel uw eigen gebit als een eventuele prothese) te krijgen, krijgt u een afspraak bij een tandarts in ons ziekenhuis. Er wordt een overzichtsfoto (OPG) van uw mond gemaakt. Tijdens dit consult wordt uw gebit, uw kaakgewricht en de mondhygiëne beoordeeld. Als er iets gevonden wordt wat in de toekomst problemen kan geven, dan wordt dit in kaart gebracht en zo nodig van tevoren behandeld. Op deze manier kunnen problemen aan het gebit in de toekomst voorkomen worden.
Heeft u een eigen gebit, dan worden er afdrukken van uw gebit gemaakt. Van deze afdrukken worden bescherm- en fluoridekapjes gemaakt. Beschermkapjes heeft u in uw mond bij het maken van de CT-scan en tijdens de bestralingen.
Fluoridekapjes worden gebruikt om uw tanden en kiezen met fluoride te behandelen. Als door de bestraling de speekselklieren en de slijmvliezen aangetast worden, zal de mond droger worden. Door minder speeksel zal ook de beschermde werking van het speeksel tegen gaatjes afnemen en slijtage van tanden en kiezen toenemen. Fluoridebehandelingen bieden extra bescherming tegen gaatjes en slijtage.

Vragenlijst

Voordat u aan de behandeling begint, wordt u gevraagd een vragenlijst in te vullen. Door het invullen van de vragenlijst kunnen de bijwerkingen van de bestraling beter in kaart worden gebracht.
Het invullen van de lijst kunt u doen via MijnAVL of u krijgt bij het voorlichtingsgesprek een vragenlijst. Wilt u de vragenlijst op de dag van de voorbereiding invullen? De papieren vragenlijst kunt op die dag inleveren bij de receptiebalie van de radiotherapie of bij de voorlichtingslaborant.

Masker maken

Voor de nauwkeurigheid bij de bestralingen is het heel belangrijk dat u uw hoofd niet kunt bewegen. Daarom ligt uw hoofd tijdens de bestralingen in een masker. Om het masker te maken krijgt u een afspraak voor de moulagekamer.
Het masker wordt gemaakt van een plastic waar gaatjes inzitten. Door deze gaatjes kunt u ademhalen en alles horen. U komt met uw hoofd in een hoofdsteun te liggen. Het plastic wordt verwarmd en over uw hoofd en schouders gelegd. De contouren van uw gezicht worden in het materiaal gevormd. Met bevestigingshoekjes wordt het masker vastgeklikt op de tafel waar u op ligt. Na vijf minuten is het masker afgekoeld en klikken we het los. Daarna worden ogen en mond in het masker vrij gemaakt, zodat u ook kunt zien als u het masker op heeft.
Bij het maken van het masker, en later ook bij de CT-scan en de bestralingen, is het bovenlichaam ontbloot.

CT-scan

Bij een CT-scan worden er met behulp van röntgenstraling meerdere dwarsdoorsnede foto’s van het te bestralen gebied gemaakt. Zo ontstaat een driedimensionaal beeld op de computer.
Voor het maken van de CT-scan komt u op een tafel te liggen met uw masker op. Uit een kastje in de ruimte van de CT-scanner komen laserlijnen die zich projecteren op het masker. Deze lijnen worden aangetekend op het masker. Met deze lijnen kunnen we uw bestralingshouding terugvinden, waardoor de bestraling nauwkeurig uitgevoerd kan worden.
Het is van belang dat u door uw neus adem haalt bij het maken van de CT-scan. Het maken van de CT-scan duurt een paar minuten, de hele procedure met instellen en lijnen aantekenen ongeveer een half uur. Afhankelijk van de behandeling wordt er bij het maken van de CT-scan contrastvloeistof toegediend.

MRI-scan/PET-scan

Bij bepaalde behandelingen zal er ter voorbereiding ook een MRI-scan en/of PET-scan met het bestralingsmasker op gemaakt worden. Het uitvoeren van deze onderzoeken kan van nut zijn voor het bepalen van het bestralingsgebied.

Bestralingsplan

Op de afbeeldingen van de CT-scan wordt het bestralingsgebied ingetekend. Bij bepaalde behandelingen worden hier ook andere scans bij gebruikt. Met speciale computerprogramma’s wordt berekend wat de meest optimale opzet van de bestralingsbundels is. Hierbij is het belangrijk dat het te bestralen gebied de juiste dosis straling ontvangt en dat de omliggende gezonde weefsels zo weinig mogelijk worden belast. Uw behandelaar en andere deskundigen toetsen dit zogenaamde bestralingsplan. Na goedkeuring kan uw bestraling starten.
Het maken van het bestralingsplan is een arbeidsintensief proces en kan enige dagen duren.

Eerste bestralingsafspraak

U ontvangt uiterlijk een week na uw voorbereidende CT-scan uw eerste bestralingsafspraak. Deze afspraak wordt per email naar u gestuurd. Wilt u goed uw email, en soms ook uw spam-inbox, in de gaten houden? Als e-mailen niet mogelijk is, krijgt u een brief. Vind uw eerste bestraling al snel plaats, dan wordt u hierover gebeld. U ziet dan het algemene nummer van het AVL op uw telefoonscherm.
U kunt ook via www.avl.nl/MijnAVL uw afspraken inzien. De bestralingsafspraken zijn steeds vanaf een donderdag voor een hele week in te zien.
Soms zijn uw afspraken al ingepland als u voor de voorbereidende CT-scan komt. Deze worden dan direct aan u doorgegeven.

Uw behandeling in de praktijk

Aanmelden

Met uw barcode kunt u zich aanmelden voor uw bestralingen. Dat doet u door de sticker voor de scanner te houden. Deze vindt u bij de ingang van de afdeling radiotherapie. U ziet dan bij welk toestel u wordt verwacht. U neemt vervolgens plaats bij de wachtruimte van het desbetreffende bestralingstoestel. Soms wordt u eerst naar de receptiebalie van de radiotherapie verwezen.

Uw afspraken

Op de dag van uw eerste bestraling krijgt u bij de receptie uw afspraken voor de resterende week. Vanaf donderdag haalt u hier uw nieuwe afspraken op voor de week die komen gaat. Mogelijk zijn er afspraken gewijzigd die nog niet in mijnAVL te zien zijn.

De bestraling

Een radiotherapeutisch laborant haalt u op uit de wachtruimte en brengt u naar de kleedkamer. U wordt met ontbloot bovenlichaam bestraald. Neemt u een T-shirt of een vestje mee dat u even aan kunt doen als u naar de bestralingsruimte gaat? Uw gegevens worden gecontroleerd door de laboranten. Zij zorgen ervoor dat u goed op de bestralingstafel komt te liggen. U krijgt uw masker op. Ook in deze ruimte komen laserlijnen uit de muur, die op uw masker schijnen. Deze laserlijnen moeten samenvallen met de lijnen die op het masker zijn gezet. Wanneer uw positie op de bestralingstafel goed is, gaan de laboranten naar de bedieningsruimte. Regelmatig wordt uw positie gecontroleerd met behulp van een CT-scanner die met het toestel mee kan draaien. Als alles gecontroleerd en zo nodig aangepast is, wordt de bestraling gestart.
Op de monitoren en camerabeelden wordt uw bestraling nauwgezet gevolgd. Via een intercom kunnen de laboranten in contact blijven met u. Het is belangrijk dat u stil blijft liggen. Afhankelijk van uw behandeling zal het toestel al draaiende de straling afgeven of zal het bepaalde posities innemen om u te bestralen.
De feitelijke bestraling duurt slechts enkele minuten. U hoort dan een zoemend geluid. Daarnaast is er ook tijd nodig voor het nauwkeurig instellen van het bestralingsgebied, waardoor u per keer ongeveer vijftien minuten in de bestralingsruimte bent.

Controles in uw behandelperiode

U krijgt regelmatig een afspraak bij uw behandelaar. De afspraken worden gemaakt om het verloop van de behandeling te bespreken en de bijwerkingen te volgen. U krijgt advies hoe u het beste met de bijwerkingen om kunt gaan. Zo nodig wordt er medicatie voorgeschreven. Heeft u tussen deze afspraken door behoefte om uw behandelaar te spreken, dan kunt u dit aangeven bij de laboranten van het bestralingstoestel of de doktersassistenten. In geval van afwezigheid van uw behandelaar kunt u door een collega worden gezien.

Diëtist

Door de bestraling in de mond, de keel, de slokdarm en/of klieren in het hoofdhalsgebied, wordt er minder speeksel geproduceerd en raakt de keel geïrriteerd. Hierdoor is het moeilijker en soms ook pijnlijker om te slikken. Er wordt daarom aan het begin van de behandeling een afspraak gemaakt bij een diëtist. Deze adviseert u omtrent uw voeding en kan speciale voeding voorschrijven. Deze aanvullende drinkvoeding bevat relatief veel calorieën, eiwitten, extra vitamines en mineralen.
Als u desondanks toch te weinig eet of drinkt, dan wordt in overleg met u een voedingsslangetje, sonde genoemd, ingebracht. Deze sonde loopt via de neus of direct naar de maag. Door de sonde krijgt u speciale voeding. De diëtist zorgt voor het aanvragen van de materialen voor thuis en zal bepalen hoeveel voeding u nodig heeft.
Op de website www.voedingenkankerinfo.nl vindt u veel informatie. In ons voorlichtingscentrum in de hal van het ziekenhuis vindt u de brochure van het KWF ook. De diëtisten hebben dagelijks een terugbelspreekuur. U kunt hiervoor het algemene nummer van het ziekenhuis bellen en doorgeven dat u teruggebeld wilt worden. Uw vragen e-mailen kan ook, naar dietisten@nki.nl.

Mondhygiënist

De mondhygiënist adviseert u over een optimale mondverzorging en geeft u informatie over producten die u kunt gebruiken om mondproblemen te verzachten. De mondhygiënist kan ook advies geven over het omgaan met een drogere mond. Als u uw eigen gebit heeft zal zij u instructies geven over de fluoridebehandelingen. Ook als de behandeling is afgelopen gaat u door met deze fluoridebehandeling. Deze mag alleen in overleg met de tandarts of mondhygiënist afgebouwd worden.

Na afloop van uw behandeling

Aan het eind van de bestralingsbehandeling blijft u onder controle bij uw behandelaar afwisselend met de hoofdhalschirurg. Hiervoor wordt een afspraak gemaakt op de polikliniek van het AVL. Deze controles zijn van belang om het effect van de behandeling te volgen, mogelijk volgt 3 maanden na het einde van de radiotherapie een scan om de behandeling te evalueren. De uitslag krijgt u van uw behandelaar.

Ondersteuning

Na uw behandeling zal het revalidatie team u benaderen over uw wensen en de mogelijkheden ten aanzien van uw herstel.

Uw huisarts

Uw huisarts en uw verwijzer worden aan het begin van uw behandeling per brief op de hoogte gebracht. Als de behandeling beëindigd is, ontvangt uw verwijzer weer een brief.

Contact opnemen

Als u pijn of andere klachten heeft die direct zorg behoeven en een gevolg zijn van uw behandeling of uw ziekte, dan kunt u altijd het ziekenhuis bellen op 020-5129111.

Hoe heeft u uw behandeling ervaren?

Het AVL vindt het van het grootste belang dat de behandeling en de zorg rondom onze patiënten zo goed mogelijk verloopt. Door middel van een enquête horen wij graag van u hoe u deze periode heeft ervaren. Met deze gegevens kunnen wij de zorg en behandeling verder verbeteren. Het enquêteformulier krijgt u in de laatste week van uw behandeling.
U kunt dit formulier ingevuld inleveren bij de receptiebalie radiotherapie of in de blauwe bus die voor deze balie staat.

Bijwerkingen

Alle intensieve behandelmethoden geven een aantal bijwerkingen. De mate waarin de bijwerkingen optreden, varieert per persoon. Dit heeft te maken met uw conditie en situatie. Tevens is het gebied dat bestraald wordt en de bestralingsdosis van invloed op de bijwerkingen. Uw behandelaar zal u uitleg geven over de bijwerkingen die bij u verwacht worden. Acute bijwerking door de bestralingsbehandeling ontstaan meestal twee tot drie weken na de start van de behandeling en nemen dan in de loop van de behandeling toe. Na het beëindigen van de behandeling kunnen deze klachten nog enkele maanden aanhouden. Sommige klachten kunnen blijvend zijn.

KORTE TERMIJN

Droge mond

Bij een bestraling in het hoofd-halsgebied worden vaak ook speekselklieren bestraald. Deze zullen in dat geval minder speeksel aanmaken. Uw mond en keel worden hierdoor droger, waardoor u vaker behoefte heeft om te drinken. Op den duur kan de structuur van het speeksel veranderen en taaier worden. De mondhygiënist heeft verschillende middelen die deze bijwerking kunnen verzachten. Afhankelijk van de bestralingsdosis zal uw speekselproductie zich herstellen of kan de mond of keel blijvend droger zijn dan ervoor.

Slikklachten

Naast de drogere mond en keel, kunnen de slijmvliezen ook geïrriteerd raken. Hierdoor kan het eten moeilijker passeren en kan slikken pijnlijk zijn. Uw behandelaar zal medicatie voorschrijven om deze bijwerking te verzachten. De diëtist is u van dienst met advies en kan speciale voeding voor u bestellen. Soms is het nodig om een voedingsslangetje, een sonde, te plaatsen. Zie meer hierover onder het kopje diëtist.
Als er bij u meer slikklachten worden verwacht, dan zal u in het begin van de behandeling ook een afspraak bij een logopedist krijgen. Deze geeft u uitleg en laat u zien hoe u kunt oefenen met slikken als u een sonde heeft. Meestal kan ongeveer zes weken na het beëindigen van de behandeling de sondevoeding worden afgebouwd als u weer goed kunt slikken. De diëtist, en soms een logopedist, begeleiden u bij de overgang van sondevoeding naar normale voeding.

Smaakverlies

Smaakpapillen zijn gevoelig voor bestraling en uw smaak kan veranderen en/of verminderen. Deze klacht is meer aanwezig als u ook met chemo- of immunotherapie wordt behandeld. Na afloop van de bestralingsbehandeling herstelt de smaak meestal weer in de loop van het eerste jaar. Soms blijft er wat smaakverandering bestaan.

Vermoeidheid

Het is mogelijk dat u zich (meer) moe gaat voelen naarmate de bestralingsperiode vordert. Dit heeft met veel factoren te maken, waaronder uw behandeling en uw conditie, maar ook het regelmatig reizen naar het ziekenhuis kan een extra belasting zijn. De vermoeidheid kan ook na de behandeling nog aanhouden. Naast rust is het belangrijk om, zover dat gaat, fysiek actief te zijn. Dit kan in iedere vorm, zoals wandelen of fietsen. Een goede balans tussen inspanning en rust zal uw herstel bespoedigen.

Huidklachten

De huid van het te bestralen gebied gaat in de loop van de bestralingsperiode rood worden. Later kan de huid ook schilferig worden of jeukklachten geven. Dit gaat vaak samen met een gespannen huid. Afhankelijk van de bestralingsdosis, kan in bepaalde gevallen de huid open gaan en wat vochtig worden. Ongeveer twee weken na de behandeling zal de huid zich gaan herstellen. Eventueel krijgt u een crème of zalf voorgeschreven die ervoor zorgt dat de huid niet uitdroogt. Bij het douchen kunt u een milde zeep of douchegel gebruiken. Probeer zoveel mogelijk druk, wrijving en irritatie van de huid te vermijden door bijvoorbeeld geen pleisters te plakken en geen make-up te gebruiken en in het bestraalde gebied. Het scheren kan pijnlijk worden en soms tot wondjes leiden. Elektrisch scheren kan dan een goede optie zijn. De doktersassistenten kunnen u verder adviseren en helpen met de verzorging van de huid.
Gaat u tijdelijk niet in de zon met de bestraalde huid. Als de huid volledig is hersteld, blijft het beter om de huid goed te beschermen in de zon.

Prikkelhoest

Het is mogelijk dat u gedurende de behandelperiode en direct erna last heeft van prikkelhoest. Deze klacht verdwijnt doorgaans een paar weken na de behandeling.

Haaruitval

Als er haar groeit in het bestralingsgebied dan kan dit uitvallen. Zo kan er een deel van het haar aan de onderzijde van het achterhoofd uitvallen, en bij mannen kan ook een deel van het baardhaar uitvallen. Afhankelijk van de gegeven dosis kan het haar ongeveer twee maanden na de bestraling opnieuw groeien, of is er blijvend haaruitval. Uw behandelaar zal u vertellen of dit ook bij u te verwachten is.

LANGE TERMIJN

Tandbederf

Door het veranderen van uw speeksel zullen uw tanden gevoeliger zijn voor tandbederf. Het is belangrijk dat u door blijft gaan met de fluoridebehandeling. De mondhygiënist adviseert u over een optimale mondverzorging en geeft u informatie over producten die u kunt gebruiken om mondproblemen te verzachten.

Kaak

Als in het te bestralen gebied ook het kaakgewricht en kauwspieren liggen, dan kan op den duur het kauwen moeilijker worden. Dit komt omdat het kaakgewricht en de spieren stijver worden. Een logopedist kan u helpen door onder andere met u te oefenen.
De kaak zelf zal gevoeliger worden voor het ontstaan van ontstekingen, met name na het uitvoeren van ingrepen aan uw kaak. Mocht u in de toekomst een ingreep moeten ondergaan in de kaak, zoals het trekken van een tand of kies, dan moet dit altijd in overleg met onze tandarts gebeuren.

Veranderingen in uw hals

Op lange termijn kunt u veranderingen in uw hals bemerken zoals stijfheid en/of vormverandering. Mocht u hier hinder van ondervinden dan zult u verwezen worden naar de fysiotherapeut.

Verminderde werking van de schildklier

Als in het te bestralen gebied ook de schildklier heeft gelegen, dan is er een risico dat uw schildklier minder goed zal werken op termijn. Dit zal jaarlijks aan de hand van bloedwaarden gecontroleerd worden. Hier kan medicatie voor gegeven worden.

Verminderde functie van het strottenhoofd

Radiotherapie van het hoofd-halsgebied is meestal functie sparend. Toch is het bij de bestraling van het strottenhoofd in bepaalde gevallen mogelijk dat uw stem heser wordt, zowel tijdens de behandeling als op de lange termijn. Ook kan het gebeuren dat u zich wat meer benauwd voelt. Tevens zou het kunnen dat u zich makkelijker verslikt na afloop van de behandeling. U zult dan begeleid worden door een logopedist. Er is een beperkt risico dat u zich blijft verslikken met herhaalde longontsteking tot gevolg. In dat geval zal alsnog een verwijdering van het strottenhoofd, een laryngectomie, overwogen worden om uw slikfunctie te verbeteren.

Veranderd voedingspatroon

In de loop van het eerste jaar na de behandeling zullen de meeste tijdelijke bijwerkingen zoals een gevoelige keel, drogere mond en smaakverlies herstellen. Het zou kunnen dat niet al deze klachten volledig herstellen waardoor het nodig kan zijn uw voedingspatroon aan te passen. U kunt hierbij bijvoorbeeld denken aan wat meer water bij het eten drinken en taaie voeding vermijden. Slechts zelden kan alleen vloeibare voeding gegeten worden of blijft sondevoeding noodzakelijk.

Specifieke bijwerkingen bij Cisplatin

Is uw behandeling gecombineerd met chemotherapie, dan ervaart u mogelijk ook andere bijwerkingen. Hieronder worden een aantal bijwerkingen genoemd die het meest optreden.
Er wordt regelmatig bloed afgenomen om uw bloed te beoordelen. Voelt u zich plotseling niet goed of ervaart u veel last van onderstaande bijwerkingen, dan kunt u, ook ‘s avonds of in het weekend, het ziekenhuis bellen op het algemene nummer 020-5129111.

Misselijkheid en verminderde eetlust

U krijgt anti-misselijkheid medicatie via uw infuus toegediend. Door de Cisplatin kunt u smaakverandering of verminderde eetlust ervaren. Ook voor thuis krijgt u anti-misselijkheidsmedicatie voorgeschreven.

Nierfunctiestoornissen

De chemotherapie heeft een nadelig effect op de werking van de nieren. Om schade aan de nieren te voorkomen is het belangrijk dat u voldoende vocht inneemt. Het is raadzaam om dagelijks twee liter vocht te drinken. Middels bloedonderzoek zal uw nierfunctie regelmatig gecontroleerd worden tijdens de behandeling.

Tekort aan bloedplaatjes, rode en/of witte bloedlichaampjes

Door de chemotherapie kan de aanmaak van bloedcellen in het beenmerg verstoord raken. Bij een tekort aan bloedplaatjes kan dit onder andere leiden tot een bloedneus of het snel ontstaan van blauwe plekken. Bij een tekort aan witte bloedlichaampjes kunt u door een infectie plots hoge koorts krijgen. Middels bloedonderzoek zullen de bloedcellen regelmatig gecontroleerd worden tijdens de behandeling. Mocht u koorts boven de 38.5 graden ontwikkelen, dan is het belangrijk direct contact met het ziekenhuis op te nemen.

Gehoorverlies

Aan het begin van uw behandeling wordt uw gehoor gecontroleerd. Door de Cisplatin is het mogelijk dat u hoge tonen minder goed hoort of dat u last krijgt van oorsuizen.

Zelden haaruitval

Haaruitval op het hoofd komt met deze chemotherapie haast nooit voor.

Specifieke bijwerkingen bij Cetuximab

Huid

Cetuximab kan huiduitslag en een drogere huid veroorzaken. Dit kan over uw hele lichaam aanwezig zijn. Uw behandelaar zal u vertellen wat u kunt doen als dit gebeurd en medicijnen voorschrijven. Na het einde van de behandeling zal de huiduitslag meestal weer verdwijnen.

Veelgestelde vragen

Is de bestralingsbehandeling pijnlijk?

Nee. Van de bestraling zelf voelt u niets. U hoort alleen een zoemend geluid op het moment van bestraling. Wel gaat u het effect van de bestraling bemerken, ongeveer twee weken na de eerste bestraling.

Wanneer gaat mijn behandeling starten?

We streven ernaar om u binnen tien dagen na de CT-scan te laten starten. Wij berichten u hier zo snel mogelijk over.

Word ik alle dagen bestraald?

Nee, in de weekenden en op feestdagen wordt u niet bestraald. In een heel enkel geval, bij onderhoud van een

bestralingstoestel of bij veel feestdagen achter elkaar, kan het soms wel in een weekend vallen. Wij brengen u hier tijdig van op de hoogte.

Er is al een CT-scan van mij gemaakt. Waarom moet dit nog een keer gebeuren?

Zonder een voorbereidende CT-scan die in ons ziekenhuis gemaakt is, kunnen we niet bestralen. Met de CT-scan wordt het bestralingsgebied bepaald en het bestralingsplan gemaakt. De CT-scan wordt gemaakt in bestralingshouding, met het masker op.

Mag ik sieraden dragen bij de CT-scan?

U hoeft alleen sieraden die in het bestralingsgebied liggen af te doen. Dit geldt ook als u bestraald wordt.

Kan ik voor mijn (klein)kinderen blijven zorgen?

Ja. U wordt met een krachtige röntgenstraling behandeld. Na de behandeling is alle straling uit uw lichaam verdwenen. De straling wordt niet opgeslagen in uw lichaam.

Wat kan ik doen om de behandeling zo goed mogelijk door te komen?

Wij raden u aan om zoveel mogelijk uw dagelijks ritme op te pakken. Licht fysieke inspanning, zoals wandelen of fietsen, kan een positief effect hebben op uw herstel.

Moet ik extra letten op mijn voeding?

Tijdens de behandeling gelden de richtlijnen voor gezonde voeding. Deze richtlijnen kunt u vinden op de website www.voedingscentrum.nl. Op de website www.voedingenkankerinfo.nl vindt u ook veel informatie over dit onderwerp. Gebruikt u extra vitamines, preparaten of voedingssupplementen, wilt u dan met uw behandelaar bespreken of u kunt doorgaan met het innemen hiervan?

Mag ik wijn of bier drinken?

Alcohol, mits in bescheiden hoeveelheid, heeft geen nadelige invloed op de behandeling. Bij een bestraling van de mond of keel waarbij de straling door de slokdarm gaat, of als u ook chemotherapie krijgt, is het niet verstandig om alcohol te drinken. Dit wordt dan ook afgeraden.

Mag ik roken tijdens de behandeling?

Ons advies is te stoppen met roken. Bij sommige behandelingen kan het de werking van de bestraling verminderen.Bovendien verhoogt roken de kans dat u opnieuw kanker krijgt. U kunt in ons ziekenhuis terecht bij de niet-meer-rokenpoli. Vraag uw behandelaar hiernaar.

Mag ik auto blijven rijden?

Dit is afhankelijk van uw situatie en uw behandeling. Bespreek dit vooral met uw behandelaar.

Kan ik blijven werken tijdens de behandeling?

Ook dit is afhankelijk van uw situatie en uw behandeling. U kunt dit het beste bespreken met uw behandelaar, huisarts of bedrijfsarts.