Mondkanker

Deze informatie gaat over kanker van de mond of tong en niet alleen over mondkanker. Mondkanker komt voor in de lippen, tong, bodem van de mond, het wangslijmvlies, het tandvlies of gehemelte. Vrijwel alle tumoren in de mond ontstaan in de buitenste cellaag, het slijmvlies. Deze tumoren worden plaveiselcelcarcinomen genoemd. Wanneer u mondkanker heeft, kunt u last hebben van een zweertje dat niet geneest, pijn die soms uitstraalt naar de oren en slikklachten die leiden tot gewichtsverlies. Ook kunnen zwellingen in de mondholte on

tstaan. Bij AVL Hoofd-halskankercentrum kunt u terecht voor het vaststellen en behandelen van hypofarynxkanker. Op deze pagina leest u meer over de symptomen en de meest gebruikte onderzoeken en behandelvormen bij mondkanker. Bezoek ook ons AVL Hoofd-halskankercentrum en lees meer over onze specialisten, patiënttevredenheid, nieuws en innovatie.

 

Heeft u verdachte plekjes rond- of aan het hoofd halsgebied?

afspraak maken

Mondkanker Oorzaken & Symptomen

Kanker in de mondholte is een weinig voorkomende ziekte. Om deze reden wordt de behandeling uitgevoerd in slechts enkele gespecialiseerde centra, waaronder het Antoni van Leeuwenhoek. Per jaar wordt in Nederland bij ongeveer 200 mensen lipkanker en bij 700 mensen mondholtekanker geconstateerd. Deze vorm van kanker komt vaker voor bij mannen dan vrouwen en meestal boven de 50 jaar.

Factoren die van invloed kunnen zijn op het ontstaan, zijn: roken, alcoholgebruik en het Humane Papillomavirus (HPV). Het is belangrijk om te weten of mondkanker in de familie voorkomt.

Oorzaken Mondkanker

Factoren die van invloed kunnen zijn op het ontstaan, zijn: roken, alcoholgebruik en het Humaan Papillomavirus (HPV). Het risico voor mondholtekanker en keelkanker hangt nauw samen met rookgewoontes en alcoholgebruik. Bij bepaalde type tumoren spelen ook virale infecties een rol, zoals het HPV virus (het papilloma virus dat ook bij baarmoederhalskanker een rol speelt) of het EBV virus (nasopharynxcarcinoom). Het is ook belangrijk om te weten of mondkanker in de familie voorkomt. Hoewel kanker meestal niet erfelijk is, is de kans op het ontwikkelen van een tumor in de mond-/keelholte groter bij mensen bij wie andere familieleden bekend zijn met een gelijkaardige tumor dan wel slokdarm- of longkanker. Voor familieleden van deze patiënten is het dus van extra groot belang niet te roken en niet overmatig alcohol te gebruiken.

Symptomen Mondkanker

Zoals elke kwaadaardige tumor, groeit ook een kankergezwel in de mond of keelholte in de omgevende weefsels. In het begin is er sprake van een kleine verharding in het slijmvlies die een iets onregelmatig aspect heeft. Soms ontstaat de tumor in een slijmvliesgebied dat wit/rood veranderd was (zie leukoplakie). Later ontstaat er een gemakkelijk bloedende krater (ulcus) die meestal ook pijnlijk is. De groeisnelheid is zeer wisselend. Wanneer de tumor groeit, kan deze ook omliggend weefsel (bijvoorbeeld spier of bot) aantasten. Wanneer de tumor uitzaait, gebeurt dat in eerste instantie vrijwel altijd via de lymfebanen naar de klieren in de hals. Minder vaak verspreidt de ziekte zich in een latere fase via het bloed. In dat geval kunnen uitzaaiingen (metastasen) ontstaan in de longen en andere organen.

Hoe herken je Mondkanker?

De verschijnselen van een tumor in mond-/keelholte hangen in sterke mate af van de plaats en localisatie. Zo zal lipkanker vrijwel altijd in een vroeg stadium ontdekt worden terwijl een tumor achter op de tong of boven de slokdarmingang vaak pas worden ontdekt wanneer er ernstige slikklachten optreden of zwellingen in de hals door klieruitzaaiingen. Verschijnselen die een grondig onderzoek noodzakelijk maken zijn een:

  • Niet-genezende zweer of wond
  • Slecht ruikende adem
  • Keelpijn of het gevoel van een brok in de keel wanneer dit niet overgaat
  • Uitstralende pijn vanuit de keel naar het oor, een slecht zittende prothese of loszittende tanden en een zwelling in de hals dienen eveneens onderzocht te worden.
  • Moeite met slikken, pijn bij het slikken, een verminderde beweeglijkheid van de tong of de mondopening en gewichtverlies zijn ook tekenen die kunnen wijzen op een tumor achter in de keel.

Bij verdenking op een tumor in de mond of keel dient een onderzoek door een KNO-arts of hoofd-halschirurg of kaakchirurg plaats te vinden. Wanneer deze een kwaadaardige tumor ontdekt zal hij/zij u meestal doorsturen naar een centrum waar hoofd-halstumoren worden behandeld. Frequent zal het nodig zijn aanvullende onderzoeken te verrichten, zoals longfoto’s, bloedonderzoek, een CT scan of MRI scan van de tumor en een onderzoek onder narcose.

Keel- en mondkanker - Hoofd Hals Centrum AVLSignificante toename mondkanker | mijn-bsl

Illustratie van vormen van Keelkanker, Mondkanker en Tongkanker. 

Diagnose Mondkanker

Om de diagnose mondkanker te kunnen stellen, worden de volgende onderzoeken verricht:

  • Bloedonderzoek
  • MRI-scan
  • Röntgenonderzoek
  • Echografie
  • Punctie
  • Biopsie
  • Pet/CT-scan

Behandeling Mondkanker

Welke behandeling u precies krijgt, hangt af van het type tumor in de mond. Ook uw verdere gezondheid en conditie zijn van belang. U hoort vooraf precies wat er gaat gebeuren en er is alle tijd om uw vragen te stellen. Uw behandeling zal bestaan uit één of meer van onderstaande behandelingen:

  • Radiothearpie bij mondkanker
  • Chirurgie bij mondkanker
  • Chemotherapie bij mondkanker
  • Immuumtherapie bij mondkanker
  • Chemoradiatie bij mondkanker

Wanneer de tumor klein is, kan deze vrij gemakkelijk operatief worden verwijderd via de mond zonder dat dit een ernstige handicap veroorzaakt. De plaats waar de tumor heeft gezeten wordt meestal gehecht of met een stukje huid van het been gesloten. Soms moeten tijdens de operatie ook enkele tanden of kiezen getrokken worden of een stukje bot verwijderd. Bij zeer oppervlakkige tumoren wordt ook wel gekozen voor een laser- of PDT -(fotodynamische therapie) behandeling. Wanneer een kleine tumor moeilijk bereikbaar is via de mondopening wordt frequent gekozen voor bestraling. Wanneer er uitzaaiingen in de hals aanwezig zijn, of wanneer de kans hierop groot is, worden ook de halsklieren geopereerd of bestraald (zie halsklierdissectie). Afhankelijk van de uitslag van het weefselonderzoek zal bepaald worden of de patiënt na de operatie nog moet worden bestraald.

image006Bij grotere tumoren is het meestal nodig om zowel te opereren als te bestralen (gecombineerde behandeling). Bij de operatie (commando-operatie) wordt dan vaak de onderlip en/of de onderkaak gespleten om de tumor goed te kunnen bereiken. Aan het eind van de operatie wordt de onderkaak weer hersteld met behulp van een metalen plaatje of een metalen draad. Soms is het ook nodig een stuk van de onderkaak te verwijderen. De plaats waar de tumor heeft gezeten kan meestal niet worden gehecht omdat het defect te groot is. De wond wordt dan gesloten met een stukje huid van de arm, het been of de borst. Soms moet ook de onderkaak gereconstrueerd worden. Hiervoor wordt een stuk bot uit het onderbeen of de bekkenkam gebruikt. Deze operatie wordt altijd gecombineerd met een halsklierdissectie. Vanwege de zwelling na de operatie wordt tijdelijk een gaatje in de luchtpijp gemaakt (tracheotomie, zie video) om door te ademen. Dit kan na 1-2 weken op de afdeling worden gesloten. Zie Video-Animatie

image008

De operatieduur is afhankelijk van de uitgebreidheid van de tumor en de reconstructietechniek. Bij kleine tumoren is een operatie van één uur soms al voldoende terwijl uitgebreide operaties soms 8-12 uur kunnen duren. Meestal wordt er tijdens de operatie een neus-maagsonde ingebracht voor de voeding totdat de wonden genezen zijn. Wanneer verwacht wordt dat de voeding via de mond langere tijd onmogelijk zal zijn, wordt in plaats van de neus-maagsonde, een slangetje via de buik in de maag gebracht (PEG of PUG sonde). Het voordeel hiervan is dat deze onder de kleren gedragen kan worden en bovendien de keel niet irriteert.

Na de operatie begint de wondgenezing en revalidatie. Bij uitgebreide operaties verblijft de patiënt één of meer dagen op de intensive care alvorens naar de afdeling terug te keren. Het gaatje in de luchtpijp, dat in het begin het praten onmogelijk maakt, zal regelmatig met een slangetje worden uitgezogen. De wondvochtdrains (1-3 slangetjes om het wondvocht af te voeren) kunnen na enkele dagen worden verwijderd en afhankelijk van de uitgebreidheid van de operatie en de snelheid van de wondgenezing kan na 5-15 dagen gestart worden met drinken en eten via de mond. Bij grote operaties is het vaak nodig dat slikoefeningen met de logopedist worden uitgevoerd.

Maak een afspraak in Hoofd/Halscentrum AVL

afspraak maken

Bezoek ook ons AVL Hoofd-halskankercentrum en lees meer over onze specialisten, patiënttevredenheid, nieuws en innovatie.